degrivelletjes-nz.reismee.nl

Dag 21: Van Auckland via Shanghai naar huis

Volgens planning zijn we op vrijdagavond om 20.45 uur zijn we uit Wellington vertrokken. Eerst met een binnenlandse vlucht naar Auckland.

Daar hebben ze nog wat leuks gedaan. Zoals je vast weet is een groot gedeelte van Lord of The Rings opgenomen in New Zealand. En daar zijn ze hier behoorlijk trots op. Op het vliegveld kom je dan ook heel grote kunstwerken tegen die betrekking hebben op deze geweldige films. Gandalf vliegt ergens rond op een adelaar, Sméagol komt ergens uit een muur en probeert een vis te vangen, in een winkel vormen een stel trollen ofzo een boekenkast. En zo nog wat geintjes. Erg leuk.

Auckland Airport dus. Daarvandaan hadden we aansluitend een vlucht naar Shanghai en vier uur na aankomst daar zouden we doorvliegen naar Amsterdam. Om daar zaterdag om 18.00 uur aan te komen. Totale reistijd zou iets meer dan dertig uur zijn. Lekker kort. Maar helaas, het ging niet helemaal volgens plan ....

Deel één (de eerste dertien uur) van de terugreis viel mee. We hebben alle drie redelijk kunnen slapen. Merel zat dit keer in het midden. Ik bij het raam waardoor ik me uit kon strekken. En Merel kon mij als groot kussen gebruiken, want de armleuninkjes konden helemaal omhoog geklapt worden.

In Shanghai moesten we overstappen. Wat een jetser van een luchthaven hebben ze hier uit de grond gestampt! Onlangs heeft Theo daar nog een documentaire over gezien en hij vertelde er iets over. Zoals dat het gebouw tyfoon-bestendig moest zijn. Het hele dak ligt daarom los. Nou ja, los, los. Niet helemaal natuurlijk. Misschien is losjes een beter woord. Het zit alleen met stalen buizen aan stalen kabels vast, waardoor bij hevige wind alles kan bewegen. Het ziet er ook allemaal heel bijzonder uit.

Goed, terug naar de reis.
Eerst door de douane, dan onze bagage ophalen en daarna weer inchecken. Moet lukken, toch? We volgden braaf de bordjes "international departures", maar waar zit KLM ergens? En ook onze vlucht stond niet op de borden. Het zal toch niet … .


Maar nee, we zaten alleen maar in de verkeerde terminal. Pfew, gelukkig maar. Want hier stranden is nou niet iets wat me een gezellig idee lijkt.
Het inchecken ging vlot, de douane had alles weg van de Amerikaanse douane (wachten, wachten, wachten). En toen nog twee uurtjes wachten en dan de rest van de reis (nog eens een uur of elf). Dachten we. Was de bedoeling. Maar helaas.
We zaten net allemaal in het vliegtuig toen omgeroepen werd dat er een pallet met vracht weer het vliegtuig uit moest. Toen dat gebeurd was bleek er weer vertraging: de radio deed het niet. Ruim een uur later bleek het repareren niet te lukken en werd besloten dat de benodigde onderdelen uit een ander KLM toestel zouden worden gehaald. Probleem was alleen dat dat vliegtuig pas over een half uur aan zou komen.
Weer een uur later werd verteld dat het niet lukte, dat we in dat andere toestel terug zouden vliegen en dat we nog even moesten wachten voor we zouden beginnen met de overstap. Nog eens drie kwartier later kregen we ineens het opgetogen bericht dat de boel tóch gerepareerd was en dat we nu echt zo zouden vertrekken.
Het duurde echter NOG een uur voor we daadwerkelijk ook gingen.

Vier-en-een-half uur hebben we dus aan de gate gestaan. Pfff. Dat zou een latertje worden vanavond.
Uiteindelijk landden we om half 10 's avonds op Schiphol. Helaas bleek onze vooraf bestelde taxi nergens te vinden. Omdat onze telefoon helemaal leeg was, konden we niet bellen waar ie nou was. Gelukkig stond er een enorme rij gewone taxi's en zijn we met één van die naar huis gegaan. Achteraf bleek onze taxi bij departures op ons te hebben staan wachten. Tja, dat verzin je niet.

Heerlijk om weer thuis te zijn. Maar ook heel jammer. We wilden helemaal niet meer weg!
Laten we hopen dat de baan in Palmerston North voor Theo is en dat we snel voor altijd terug kunnen. En zo niet, dan hebben we een heerlijke vakantie in het land van onze (toekomst)dromen genoten. Want wat hebben we een geweldige reis achter de rug! Mocht het allemaal toch niet lukken met emigreren, die kan niemand ons meer afnemen!

Dag 20: van Wellington naar Auckland

Onze laatste dag in New Zealand was helaas nat en koud. We zijn naar Karori Wildlife Sanctuary, a.k.a. Zealandia geweest. Een vogelsanctuary, een uurtje rijden van Wellington vandaan. Daar wilden we dolgraag de kiwi in het echt spotten. Want tot nu toe hebben we alleen opgezette exemplaren gezien. Maar het weer werkte zo tegen, dat we het bezoek aan de bush maar overgeslagen hebben en alleen de binnententoonstelling bezocht hebben. Prachtig opgezet. Weer. Dat kunnen die kiwi's wel. Maar niet bijster interessant. We zijn niet zulke vogelaars ... Dus we waren er vrij snel doorheen.

Wel eindelijk een ketting-met-hanger voor Merel kunnen kopen. Dat wilde ze heel graag en ze wist ook precies wat ze wilde. Namelijk een maori-symbool genaamd "the triple spiral". En dan graag in zwart. De afgelopen dagen diverse winkeltjes binnengestapt, maar niets kunnen vinden wat ze echt mooi vond. Bij de vogeltjes heeft ze er dan toch een gevonden. Hoewel hij niet helemaal zwart is. Hij is ingelegd met een blauwe steen die veel gebruikt wordt hier in de sieraden. Die vond ze mooi, dus die is het geworden.

Naar en van het vogelgebeuren hebben we de Cable Car genomen. Een begrip in Wellington. Erg leuk om te doen. Het is een soort trammetje dat aan een kabel de berg opgetrokken wordt. Of naar beneden zakt, want het zijn er twee en ze hangen allebei aan dezelfde kabel.
Omdat hij altijd schuin hangt, nergens een vlak stuk rails volgt of om moet draaien (de chauffeur loopt als ie terug moet gewoon naar de andere kant van het trammetje), is het gangpad in de tram een trap. Ook het perron is een trap. Werkt uitstekend.
Het gaat wel allemaal erg traag. Op z’n kiwi's eigenlijk. Relax, no worries.

Na de vogels hadden we nog bijna vijf uur voor het vliegtuig zou vertrekken en we waren ons hotel al uitgeschopt. En het begon steeds harder te regenen. Daarom zijn we Te Papa maar weer ingelopen. Hebben we de laatste twee verdiepingen alsnog bekeken. Uurtje later was het mooi geweest en zijn we naar het vliegveld gegaan.

Dag 19: van Paraparaumu tot Wellington

Vanmorgen werden wij wakker en het eerste wat wij roken was vers gebakken brood! Wat worden we hier verwend! Willen we nog wel weg?
Het ontbijt was een tig-sterren hotel waardig: cereal, vier soorten home-made-jam, gebakken spek, eieren, kaas, fruit. En wat voor fruit. Lynette had er een waar kunstwerk van gemaakt. Bijna zonde om op te eten. Bijna. Maar net niet helemaal. En de restanten fruit (aardbei, kiwi, ananas, allemaal vers) mochten we meenemen. Smullen hoor.
Mike was nog zo vriendelijk om een nieuwe set visitekaartjes voor Theo uit te printen, want die waren onderhand op en hij moest natuurlijk nog naar een gesprek. En toen moesten we echt gaan. Jammer hoor, hier hadden we best nog een nachtje willen blijven.

In een uurtje waren we in Wellington. Helaas regende het, dus het plan dat Merel en ik hadden om tijdens Theo’s gesprek met de Cable Car de berg op te gaan hebben we even uitgesteld. Hopelijk morgen.

Het bedrijf waar Theo ging praten bleek echter om de hoek bij het "Museum Art Hotel", waar we vannacht verblijven, dus Merel en ik hebben Theo gedropt en zijn vast in gaan checken.
En wat een hut weer, zeg. Tjongejonge, bizar gewoon. Het is geen kamer, maar een compleet appartement. En superdeluxe weer.
Alles erop en eraan. Inclusief een volledige keuken en een wasmachine plus droger. Twee slaapkamers, een badkamer met bad en douche en een zitkamer met een heerlijke bank en een jetser van een TV.

Wat we hier niet hebben, en dat ergert me mateloos, is free wifi. In de kleinste B&B, hoe simpel ook, als er verbinding is, kan je gratis internet op. Elke McDonalds, elke koffietent op de hoek, allemaal free wifi. Maar zit je midden in de stad in een superdeluxe hotel waar de allersimpelste kamer al 250 dollar per nacht kost (ik wil niet weten wat appartement van ons moet kosten), DAAR moet je extra betalen voor internet. En dan ook nog een waanzinnige prijs ook nog. Pff, wat stom.

Het gesprek dat Theo had de boys bij Datacom had duurde niet lang. Het werk bleek namelijk niet aan te sluiten bij wat Theo kan en wil. Datacom maakt enorme softwareprogramma’s voor grote bedrijven. Het werken daar houdt dus in dat je met een groep mensen samen aan zo’n programma werkt. Theo is echter op zoek naar iets waar hij zelf oplossingen verzint en bouwt op veel kleinere schaal. Dus het gesprek was erg kort. Vriendelijk, dat dan weer wel.
Jammer, maar ach, niet geschoten is altijd mis. Wij gaan nu NOG harder duimen dat de baan in Palmerston doorgaat.

Samen even geluncht en toen naar de overkant van de straat, naar het wereldberoemde Te Papa Museum. Met de creditcard in de aanslag liepen we daar naar binnen. Blijkt dat hele museum gratis te zijn! Kan je je het voorstellen? Een museum zo beroemd als het Rijksmuseum met een collectie zoals in Naturalis plus nog wat en dan gratis naar binnen mogen? Super!
In Te Papa hebben we bijna drie uur zoek gemaakt en toen wilden we wel weer terug naar het hotel. Maar wacht, eerst nog even een drietal geocaches zoeken in het parkje naast het museum. En TOEN terug naar het hotel.

Theo en Merel gingen even zwemmen in het hotelzwembad en ik bleef lekker warm in de kamer.

Ondanks de complete keuken toch gezellig uit eten. Het is immers onze laatste avond.

Achter het hotel is een wijkje van een paar straten waar het wemelt van de restaurantjes. Uiteindelijk kwamen uit bij de Bangalore Polo Club, waar Theo gesmuld heeft van een waanzinnig goed bereide steak en Merel en ik een combinatie van 3 curry's deelden. En tot mijn grote genoegen hadden ze er Erdinger Weißbier op de tap. Hmmm.

"Thuis" gezellig samen op de bank een flimpje gekeken van de laptop (Theo's all time favourit Buffy the Vampire Slayer. Met o.a. Donald Sutherland en mister Rutger Hauer himself).

Morgen is het alweer onze laatste dag. Het wordt minder mooi weer, dus we gaan lekker uitslapen en dan nog even op souvenirjacht. Merel wil graag een hanger voor aan een ketting in Maori-stijl. En Theo kan natuurlijk pas naar huis als hij een mooi T-shirt op de kop getikt heeft.


Dag 18: van Martinborough naar Paraparaumu

Net toen we vanmorgen onze spullen naar de auto wilden brengen, kwam de man van de zuster van de eigenaar van de hut langs. Jack heette hij. Aardige vent waar we gezellig een babbeltje mee maakten. Uiteraard vertelden we over onze wens om te emigreren en onze zoektocht naar een baan. Waarop hij vertelde dat zijn vrouw, die we de vorige avond een visitekaartje hadden gegeven, Theo's gegevens al aan hun beste vriend Jan door had gegeven en dat Jan had beloofd vandaag contact met Theo op te nemen. Nou, dat vonden wij natuurlijk hartstikke fijn om te horen.

We stonden nog steeds te praten toen Theo een smsje kreeg. Van Jan! Of Theo hem om 12 uur kon bellen. Nou, dat kon hij zeker!
We rondden ons gesprek af met Jack af en gingen op pad. Op naar Paraparaumu, aan de andere kust, ten noorden van Wellington.

Rond 12 uur zijn we ergens gestopt, zodat Theo rustig kon bellen. Jan bleek een superaardige vent, die als eerste vroeg of Theo z'n vlucht terug naar huis niet kon uitstellen. Helaas, pindakaas, dat gaat echt niet lukken. Maar niet getreurd, hij zag zeker mogelijkheden. Hij zou wat mensen gaan bellen, als Theo dan even zijn verhaal wilde mailen.
De eigenaresse van de uitspanning waar we gestopt waren bleek een Nederlandse moeder te hebben en was gezellig met ons aan het babbelen toen het voor Theo tijd was om te bellen, en die deed alles om het solliciteren mogelijk te maken. Uiteraard mochten we het (privé) wifiaccount van haar even gebruiken om te mailen.
Toen alles geregeld was, gingen we weer op pad.

Jack had ons uitgebreid uitgelegd welke route we het beste wel en welke beter niet konden nemen. Die raad hebben we opgevolgd en wat een prachtige weg was het. Eerst langs een weg tussen de bergen door. Heel kronkelig, maar het zag er allemaal heel knus en gezellig uit. Veel groen, zoals heggen, maar ook weitjes met schaapjes.

Het tweede gedeelte van de reis ging van een berg af. Met aan de ene kant de berg en aan de andere kant een steile wand naar beneden. Het spannende was dat het een heel smal weggetje was. Wel tweebaans, maar onze megaHolden paste echt niet binnen de lijntjes van onze baan. En er stond soms een lullig houten hekje naast het ravijn, maar op de meeste plekken alleen een opstaand randje van beton. En wij reden aan de kant van het ravijn.... Pfew, dat was wel spannend. Vooral als er een tegenligger aankwam. Gelukkig gebeurde dat niet zo vaak en het ging telkens goed, maar ik was wat blij dat we gewoon via de weg beneden aankwamen. Maar het uitzicht was echt waanzinnig. Dat dan weer wel.

Onderweg kreeg Theo weer een smsje. Of hij rond 4 uur contact kon opnemen met ene Michael van Datacom.

En zo kwamen we weer op de Highway 1 waar we op weg naar Wellington ook al eens geweest waren, maar dan de andere kant op. En wat schetst onze verbazing? Onze Tomtom stuurde ons het weggetje in dat wij op die dag ook ingegaan waren om een kijkje te nemen op het strand. Het strand waar die pinguin was gesignaleerd en waar al dat wrakhout lag. Bleken we gewoon langs de hut van vandaag gereden te zijn. Hahaha, wat een toeval.

Onze huidige hut heet "Vista del Sol Luxury B&B" en wordt gerund door Mike en Lynette. Hij is kiwi, zij is Zuid-Afrikaanse. En zij verstaat en spreekt dus Nederlands. Wat Merel de verzuchting ontlokte "Hè, fijn, kan ik weer eens Nederlands spreken.".

En wat werden we hier gastvrij ontvangen! Mike was ook heel enthousiast over onze emrigrantenplannen en wat blijkt? Hij is recruiter for overseas employees! Nou ja, hoe is het mogelijk! Hij wilde meteen alles weten over wat we tot nu toe ondernomen hadden, wilde aan alle kanten helpen. Toen hij hoorde over het gesprek bij het ziekenhuis was hij daar heel positief over. Dat ze zo'n moeite hadden gedaan om het gesprek een officieel interview te maken, dat het gesprek zo lang had geduurd. Maar ook over Palmerston North. Hij bleek daar opgegroeid en was lovend over de hele stad.

Mike had nog een goede tip: als Theo een baan in IT wilde, was er één bedrijf waar hij echt contact mee moest opnemen. Namelijk ... Datacom. Hahaha, zo is het cirkeltje rond.

Toen was het vier uur, tijd voor Theo om met Michael van Datacom contact op te nemen. Die was ook al zo enthousiast en hij wilde graag proberen om een aantal mensen bij elkaar te krijgen om morgen of overmorgen een gesprek te regelen. Kort daarna kreeg Theo een berichtje dat het gelukt was en of ie morgen om 12 uur in Wellington kon zijn. Jaha! Nog een gesprek! Wat fijn. Dus uiteraard bevestigd. Yes, yes, yes!

Ondertussen had Lynette aangeboden dat we mee konden eten vanavond, wat we graag aannamen. Dat uit eten gaan gaat behoorlijk tegenstaan.

Terwijl zij nog een boodschapje ging doen, bood Mike aan ons mee te nemen in z'n jeep om ons wat van de omgeving te laten zien. Nou, graag. Het was of we onze eigen reisleider bij ons hadden. Niet alleen liet hij zien waar je goed kon wonen, hij vertelde ook van alles over het dagelijkse leven. Super!
Hij nam ons ook mee over het strand. Met de Jeep dus. Leuk man! Helaas was de zee heel ruig en daardoor was een soort rivier over het strand te wijd om door te rijden, anders waren we nog vele kilometers doorgereden.

Mike vertelde nog een grappig verhaal. Bij die rivier op het strand was een tijdje terug een auto vast komen te zitten. De politie was gekomen om te helpen. Helaas voor de betreffende agent draaide het erop uit dat hij zelf ook vast kwam te zitten. Oeps. En alles was ook nog eens gefilmd ook, waarna het diezelfde avond op TV gekomen was. Arme agent, de hele streek had het kunnen zien. Maar een lollig verhaal was het wel.

Al met al een zeer vruchtbaar dagje. Wat we afsloten met een heerlijk half uurtje in het bubbelbad. Het grootste tot nu toe. Konden we met gemak met z'n drietjes in. En dan straks lekker slapen om morgen fris en fruitig naar Wellington te gaan.

Dag 17: Martinborough (2e dag)

Omdat we vandaag nergens naar toe hoefden, hebben we lekker rustig aan gedaan. Na een gezellig ontbijtje aan een klein tafeltje dat ergens in de kamer stond zijn we om half 12 vertrokken. Ons doel vandaag was Cape Palliser, het zuidelijkste puntje van het Noordereiland. Daar staat hoog op een rots een vuurturen van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over de zee. En bij helder weer, en dat was het vandaag, kan je zelfs het Zuidereiland zien.
Even verderop zou een zeehonden kolonie moeten wonen, en dieren in het wild zijn altijd leuk. Dus dat wilden we ook doen.

De rit van Martinborough naar Cape Palliser was prachtig. Wij zijn het er over eens dat als we mochten kiezen, we HIER in de buurt zouden willen wonen. Qua omgeving en natuur en klimaat. Helaas is het qua banen hier niet zo geweldig, of je moet wijnboer willen worden. Dus dit zal 'm wel niet worden. Maar mocht Theo iets vinden in Wellington, dan willen we het liefst aan deze kant van de bergen wonen. Maar Palmerston North, waar hij dat gesprek heeft gehad, is ook goed.

Hahaha, daar lazen we toch een verhaal over, over dat Palmerston North. Iedereen die we spreken vindt het helemaal niets, die stad. Angelique en Roy keken ons al verbijsterd aan dat we dat wel zagen zitten ("Maar daar is toch helemaal NIETS?!?"), maar nu lazen we dus dat John Cleese over Palmy had gezegd dat als je te laf was om zelfmoord te plegen, je daarheen moest gaan, dan maakte die stad het wel voor je af. Als dank heeft het gemeentebestuur van Palmerston de vuilnisbelt van de stad "Cleese Hill" genoemd. Hahaha, ik vind het humor, hoor.

Maar ik dwaal af.

We hadden geen adres van de vuurtoren, behalve dat het aan de Cape Palliserroad moest liggen. Dus hebben we dat als adres in de TomTom gezet. Komen we aan bij het begin van die weg ("Bestemming bereikt") is het daarvandaan nog een uur rijden!
Wat overigens geen enkel probleem was, want het was een pracht van een weg. Tjongejonge, wat een natuurschoon. En geweld. Aan de ene kant bergen, aan de andere kant de zee. Met een golfslag en branding, zo woest, zo mooi.
En spannend ook nog, want hier en daar had de zee stukken uit de rots weggeslagen waardoor de rand van de weg in zee was gestort. Op één plek heel recent nog. Halverwege ongeveer, of daaromtrent, hield het asfalt op en ging de weg verder als een grindpad. Ook prima te doen, alleen niet te hard rijden. En de raampjes dicht als je in de buurt van een andere auto kwam. Want het stofte behoorlijk.

Onderweg zijn we nog even uitgestapt om de zee van dichtbij te bewonderen. Na iets meer dan een uurtje kwamen we bij de vuurtoren. Heel hoog op een rots. Echt hoog! Gelukkig was er een trap. Met "slechts" 252 treden, volgens Merel. Die liep 'm uiteraard weer als een hinde op. Theo en ik hadden wat meer moeite. Wat zullen we morgen een spierpijn hebben.
Maar het is het waard, want wat een prachtig uitzicht. We konden inderdaad het Zuidereiland zien liggen.

Nadat we wel genoeg gezien hadden de trap weer af (dat ging toch een stuk vlotter) en door naar de seals!
Hoewel de weg die ons naar de vuurtoren had gebracht doorliep vanaf de vuurtoren, zijn we toch maar gaan lopen. Er stond namelijk een hek en we wisten niet zeker of we er met de auto wel in mochten. Achteraf gezien heel slim, want die weg werd behoorlijk rocky. De luxe Holden onder onze kont had het waarschijnlijk niet gehaald om daar onbeschadigd overheen te komen.

Op ons gemakkie zijn we gaan wandelen. Het was echter veel verder lopen dan we hadden verwacht. Merel en ik begonnen net te piepen dat we terug wilden toen we opeens wat zagen bewegen op de rots vlakbij. En jawel, daar waren ze, de zeehonden.

Langzaam liepen we dichterbij, want we wilden ze niet verjagen. En hoe dichterbij we kwamen, hoe meer we er zagen. Een stuk of 20, 30 wel. Groot, klein, bruin, beige, bijna zwart. Helaas maakte onze aanwezigheid ze toch een beetje zenuwachtig, dus toen er een paar begonnen te bewegen en er zelfs één het water in dook zijn we maar gauw weer weg gegaan. Maar tjonge, wat leuk zeg.

Het was onderhand bijna 4 uur en we begonnen trek te krijgen, dus we besloten naar Ferry Lake te gaan. Roy had ons daar een eettentje aangeraden en daar wilden we heen gaan. We hadden zijn briefje helaas niet bij ons en we wisten niet meer precies hoe het heette. Dus wel gezocht, maar niet gevonden. Stom zeg. Zeker als ik je vertel dat het een belachelijk klein dorpje is. Wel een leuk dorpje overigens. Mooi meer ook.

Vanavond zijn we weer bij het hotel in Martinborough uit eten geweest. Dat was zo vreselijk lekker geweest gisteren, dat wilden we best nog eens. En ook vanavond was het weer zalig.

Heerlijke afsluiter van een mooie dag.

Morgen naar Paraparaumu. Schijnt ook prachtig te zijn daar. We zijn benieuwd.

Dag 16: van Wellington naar Martinborough

Vannacht hebben we lekker geslapen, niet zo koud, want we hadden een kacheltje. En Merel heeft lekker bij ons in de kamer geslapen, dus die had het ook behaaglijk (gisteren had ze het zo koud gehad dat ze van ellende bij ons in bed gekropen was).

Vanmorgen namen we afscheid van Angelique & Roy. Wat een gastvrijheid hebben we daar genoten. Super.
En het hield nog niet op na ons vertrek, want Roy had nog een paar dingen voor ons opgeschreven die we zeker moesten doen de komende dagen. Zoals terug naar Mount Victoria, waar we gisteren waren, want vandaag is het prachtig weer en zouden we veel verder over Wellington kunnen kijken dan in die mist van gisteren.

Dus daar zijn we onze dag begonnen. Aansluitend hadden we echter langs een bepaalde kustweg moeten rijden, want dat was by far the most beautiful place in Wellington. Nou, we waren benieuwd. Helaas konden we 'm niet vinden ... We zijn waarschijnlijk ergens verkeerd gereden. Nou ja, niet getreurd, nog genoeg ander moois om te zien.

Onze volgende stop was het Adrenalin Forest, een geweldig klimbos. Dat willen we al een tijdje te doen, een klimbos bedwingen, maar elke keer als we er bij één in de buurt zijn is ie net dicht of volgeboekt. Maar deze was én open én er was plaats. Jippie!

We zouden alledrie gaan klimmen. Ik dus ook. Hoewel ik wel een beetje de bibbers kreeg toen ik in het bos eens om me heen keek en zag hoe hoog één en ander was. Maar onze superstoere instructeur William had gezegd dat het niet voor niets het Adrenalin Forest heette en dat je juist hier leerde je grenzen te vinden en misschien wel te verleggen. Hij liet zien dat ze een zekeringsmethode hadden die zo goed was dat je niet los de boom in kon, al zou je willen, dus wat er ook zou gebeuren, als je je aan de regels hield, kon je niet vallen. Ik heb me over laten halen.

Merel stond te stuiteren van enthousiasme. En die ging voorop. Ze rende bijna over het parcours tussen de bomen. Ik kreeg een beetje een déja vu gevoel. Iets met een trap bij een waterval in Australië .....

Achter Merel aan kroop ik en Theo was de glunderende hekkensluiter. Als klein jongetje klom hij al in elke boom die hij tegenkwam, dus die had er ook enorm veel zin in.
En weet je wat? Het was gewoon echt LEUK! Het begon heel simpel en laag. En langzaam aan werd het moeilijker en hoger. Maar dat ging zo geleidelijk dat het eigenlijk niet opviel.

Na twee uur klimmen, klauteren, heen en weer slingeren en je evenwicht zien te bewaren hadden we drie levels gedaan. Theo besloot dat het mooi geweest was maar Merel en ik wilden graag ook level 3a nog doen. Theo wilde wel foto's maken van ons in de bomen. Dus dat was mooi geregeld.
Bleek 3a ineens een stuk moeilijker dan "gewoon" 3! Wah! Bij de tweede hindernis hadden we allebei al zoiets van "waar zijn we in vredesnaam aan begonnen?". Dus we spraken af dat we 'm af zouden maken maar dat we daarna echt niet door zouden gaan. En zo worstelden we ons tussen de bomen door. Het was af en toe behoorlijk zweten en we moesten ook regelmatig heel goed nadenken over onze volgende beweging, maar het is ons gelukt! Yeehaa!!
Ik kan met recht zeggen dat wij onze grenzen opgerekt hebben vandaag. En flink ook. We waren en zijn heel trots op onszelf. En dolblij toen we weer met beide voeten op de grond stonden. Hahaha.
Ja, dit was echt superleuk.

Nog natrillend van de inspanning zijn we de auto weer ingegaan, want het was al halverwege de middag en we hadden nog een afspraak met onze hulp-bij-immigratie-juf. Die kennen we alleen van de e-mails, dus het was erg leuk om haar na twee jaar eindelijk in levende lijve te zien. Het was een wonderlijk type. Een "macrobioot" volgens Merel. En dat zou nog best wel eens kunnen. Hihihi.

Vanaf haar woonplaats was het nog maar een klein half uurtje naar onze volgende hut: "Aylstone Boutique (weer één!) Retreat". Daar werden we razend enthousiast ontvangen door de zus van de eigenaresse (die zelf in Ierland bleek te zitten) en haar 14-jarige dochter. Was leuk, want die dochter kwam net uit school en was nog helemaal in schooluniform. Vreselijk wat ze die kinderen laten dragen. Bereid je maar vast voor, Mereltjelief, zo zie jij er hopelijk binnenkort ook uit. Gniffel.
Het is weer een mooie hut. Helaas zonder ontbijt of kookgelegenheid. Wel een waterkoker en koffie-apparaat en een koelkastje. En een hele berg chocolaatjes, snoepjes en ander snaaigoed. Lekker hoor.

Martinborough ligt achter de bergen die om Wellington heen staan en daardoor is de temperatuur er een paar graden hoger dan in Wellington en wat droger. Ideaal voor het kweken van wijndruiven. Wijngaarden zover het oog rijkt. Als we onze kamer uitlopen komen we in een soort tuin en die grenst aan een wijngaard.
Wat een rust, wat een uitzicht. Heerlijk. Hier in de buurt zouden we ook wel willen wonen. En dan kan Theo commuten naar Wellington.

Vanavond zijn we uit eten geweest in het plaatselijke hotel. Het was kiezen tussen daar en de Thai, want de rest van de restaurants in het durrup zijn dicht op maandag. Maar het eten was heerlijk. Echt, we hebben gesmuld. En gelachen. Zo vreselijk veel gelachen. Heerlijk.

Morgen gaan we naar Cape Palliser, het zuidelijkste puntje van het Noordereiland. Hopelijk zien we daar zeeleeuwen in het wild. En gaan we de vuurtoren beklimmen. Ook moet daar ergens een dorpje zijn waar ze de tractoren die de visserschepen uit het water trekken ontzettend grappig beschilderd hebben. Van diverse mensen al gehoord dat we dat echt even moeten gaan bekijken. We gaan het zIen.

Dag 15: Wellington (2e dag bij Angelique & Roy)

Na een koude nacht (brr, waarom doen die mensen hier niet gewoon aan centrale verwarming?) toch nog warm wakker geworden en wederom heerlijk uitgeslapen.

Na het ontbijt namen Angelique & Roy (hierna A&R) ons mee voor een scenic tour. Eerst Mount Victoria op. Wij hebben namelijk al weken een travelbug bij ons die graag naar Californië wil. We hebben hem ergens in NL gevonden en eigenlijk hadden we 'm in San Fransisco weer willen verstoppen, maar toen hadden we nog niet door hoe we met onze smartphone konden geocachen. Dat hebben we gisteren pas voor elkaar gekregen en tja, dan moet ie maar in Wellington blijven. En hopen dat ie daar opgepikt wordt door iemand die 'm weer meeneemt naar Amerika. En op Mount Victoria is een cache en dat vonden wij een mooie plek om 'm achter te laten.

A&R zijn de drijvende krachten achter een vrijetijdsclub hier in Wellington (http://www.adventurewellington.co.nz/) en zij organiseren voornamelijk outdoor activities.
Zelf deden ze nog niet aan geocaching, maar hadden er wel van gehoord en waren zeer bereid om hun tour langs mooie plekken in en om Wellington te combineren met onze geocaching wensen.
Dus daar gingen we. Eerst Mount Victoria op dus. En meteen iets verderop downhill nog maar even gauw een cache meegepikt. Toen naar vier mooie baaien bij Wellington. Waar, hoe toevallig, ook in elke baai wel een cache verstopt lag.
Hahaha, Roy bleek zeer bevattelijk voor het geocaching virus, dus die werd ook lekker fanatiek. Zo fanatiek zelfs dat hij het geocaching programma meteen ook maar op z'n smartphone zette. Uiteindelijk hebben we er 5 gedaan, waarvan er 1 niet meer bleek te bestaan en 1 onvindbaar was.

Ergens onderweg, gewoon op een paadje vlak naast de doorgaande weg, kwamen we een vogel tegen. Een heel luidruchtige vogel. Hij zat wat te klapperen op een rotsje. Toen we langsliepen verhevigde dat.
Merel en ik eropaf. Misschien was ie in nood? Kwamen we daar, bleef ie gewoon zitten! Sterker nog, toen ik m'n hand naar 'm uitstak, sprong ie op m'n arm. Hahaha, sta ik daar opeens met een vogel op m'n arm. Een soort eksterachtig beessie. En een schreeuwlelijk dat het was. Hij bleef maar roepen.
Hij wilde er ook niet meer af, dus toen we doorliepen bleef ie mooi zitten.
Merel en ik wilden 'm dolgraag meenemen, maar de rest van de groep vond het niet zo'n goed idee. Dus hebben we 'm uiteindelijk maar weer ergens in de bosjes gezet. Kostte nog behoorlijk wat moeite, want hij wou echt niet van m'n arm. Via Merels arm is het dan toch gelukt.

Na dit leuke, actieve & gezellige middagje buiten gauw nog wat boodschapjes gedaan, want vanavond kwam er nog een Nederlandse collega van Statistics met zijn vriendin langs om te BBQ-en. Travis, de kiwi die wij enige maanden geleden in NL een dagje op sleeptouw genomen hebben, was ook uitgenodigd, maar kwam helaas toch niet opdagen. Al met al een gezellig avondje.

Dag 14: van Wanganui naar Wellington

We mochten vanmorgen zo lang in de hut blijven als we wilden, dus daar hebben we even flink gebruik van gemaakt. Heerlijk (uit)geslapen, rustig ontbeten, beetje gehangen, Merel heeft voor het eerst deze vakantie echt TV gekeken. En het Engels is echt geen probleem. Ze verstaat het nu net zo gemakkelijk als Nederlands.
Maar rond een uur of 12 hebben we toch maar onze spullen in de auto gegooid en zijn we vertrokken. Op naar Wellington, een rit van een uur of drie.

Vanavond en morgen logeren we bij Angelique, een oud-collega van Theo, die nu bij Statistics NZ werkt, en haar vriend Roy. Zij wonen in Wellington en toen ze hoorden dat we hierheen kwamen, werden we meteen uitgenodigd om te komen logeren.
Eigenlijk zouden ze ons morgen meeslepen naar Cape Vallison en daar zouden we dan ook een nachtje blijven, maar de weersverwachting is dermate slecht dat ze dat maar gecanceld hebben.

Op weg naar Wellington werd het weer al erg slecht. Het bleef wel droog, maar er hingen een paar wolken waar je bang van werd. Van ergens onderweg iets leuks doen kwam het dus niet echt. Hoewel ... we zijn er even uitgegaan om de beentjes te strekken bij een rivierbedding. Daar hebben Theo en Merel nog een stenen toren gebouwd, zodat Merel op de pijler van een brug kon klimmen.

Een uurtje rijden verderop zijn we even een straatje naar het strand opgereden om even uit te waaien. Op dit strand is een aantal jaren geleden een pinguïn verzeild geraakt, wat meteen wereldnieuws was. Zo noordelijk een pinguïn was nog nooit vertoond.
Vandaag helaas echter geen pinguïns, wel een heleboel wrakhout (dode bomen en takken enzo). En dat verbaast niet als je ziet wat een woeste zee het was. Wel mooi, hoor, dat natuurgeweld. Op het strand lag ook nog een aangespoelde pufferfish. Wat geinige foto's van gemaakt.

De donkere wolken dreven steeds verder over de bergen heen en we vreesden dat het wel eens beestenweer zou kunnen worden, dus we hebben het kort gehouden en waren wat vroeger dan gepland in Wellington.

Gelukkig no problem voor Angelique & Roy. We werden met open armen ontvangen in hun spiksplinternieuwe huis. Dat heel gaaf tegen een steile heuvel is gebouwd. Bij het naar boven rijden moesten we een paar flinke haarspeldbochten maken om het te bereiken. En dat midden in de stad. Echt zo'n gave locatie!
Ze hebben het huis casco laten bouwen en ze zijn er begin dit jaar pas in gaan wonen. En daarna hebben het van binnen zelf helemaal afgemaakt. Aan de logeerkamer hebben ze van de week pas de laatste hand gelegd.
Mooi man.

Het weer bleef dreigend, maar het bleef wel droog. Helaas geen prachtige vergezichten vanaf hun "deck" (houten terras aan de achterkant van het huis/hangend boven een afgrond). Misschien morgen meer geluk.

Na een heerlijk etentje in een Indiaas restaurant weer naar hun huis en toen the hot tub in. Erg prettig.

We hebben ze de oren van het hoofd gevraagd over het leven in New Zealand en het lijkt ons nog steeds een goed idee om hierheen te verhuizen.

Angelique en Roy zijn nogal sportief en ze hebben allemaal woeste plannen met ons morgen. Nou, we zijn benieuwd.