degrivelletjes-nz.reismee.nl

Dag 9: van Whangarei naar Bethell's Beach

Na een heerlijk ontbijtje met poached- en scrambled eggs met bacon en nog meer heerlijks zijn we vanmorgen redelijk snel vertrokken uit Whangarei. Want vandaag moesten we een lange rit maken.
Vanavond slapen we in Bethell's Beach, aan de westkust van het Noordereiland. In de reispapieren lazen wij dat het zo afgelegen ligt, dat je beter alles bij je kunt hebben wat je denkt nodig te hebben want even een boodschapje doen zit er niet in.
Dat daarom eerst geregeld in Whangarei. Eerst naar de versmarkt, waar het fruit inderdaad krakend vers was. En eindelijk tegen normale prijzen. Tjonge, wat is dat spul duur in de supermarkt.
Lekker veel ingeslagen en toen naar de supermarkt. Toevallig waren een aantal van onze "vaste" boodschappen flink in de aanbieding, dus ook hier hebben veel ingeslagen. Kunnen we er weer een paar daagjes tegen.

De volgende stop was midden in Whangarei. Bij de waterval. Heel gek, zo midden in de stad een best hoge waterval. En wat was ie mooi. Echt prachtig. Tijdens een wandeling van een uurtje hebben we 'm van alle kanten kunnen bewonderen: eerst bovenlangs gelopen en daarna via een leuk stukje oerwoud naar de voet van de waterval. Zeer de moeite waard.
Boel lol gehad met het proberen een foto te maken met de auto-ontspanner. Dat is uiteindelijk wel gelukt, kijk verderop in het boek maar.

Op de terugweg zagen we nog een paar mannen in bergbeklimoutfit aan de rotswand bungelen. Die bleken een bepaald onkruid aan het verdelgen te zijn. Dat was zo'n pest, dat moest echt met de hand weggehaald worden.
Toen we weer bovenaan waren konden we weer op pad. Op naar de volgende hut!

Dat bleek een rit van ruim drie uur voornamelijk door zeer heuvelachtig gebied. Wat een prachtig land is dit toch. Met best wat afwisseling. Hele stukken met veel grasland, waardoor je je in het Sauerland in Duitsland waant. Even verderop lijkt het op de Alpen. Met dat verschil dat er palmbomen op de heuvels/bergen groeien. Maar met van diezelfde kronkelweggetjes langs rotswanden.
Oh, dat is ook wel even grappig: net als in Australië stelt het wegennet bijster weinig voor. De Federal Highway A1 is een tweebaansweg. Je mag daar buiten de bebouwde kom eigenlijk altijd 100 km. per uur rijden. Niet dat dat verstandig is, helemaal niet. Met al die bochten en kronkels in de weg kan je je beter aan de snelheid houden die op de gele waarschuwingsborden staat. Maar het mag dus wel. Niet dat getuttel zoals in NL waar je om de zoveel meter een bord met weer een andere snelheidslimiet tegenkomt.

Onderweg moesten we plassen en ergens in de middle of nix stond een bord dat er daar een openbaar toilet zou zijn. Wij de weg af en op zoek. Auto geparkeerd, groot grasveld over, hekje door, helling af, bruggetje over (Merel ging liever door het water), nog een grasveld over en toen waren we er. Midden in de natuur, stond een toilethuisje. Perfect onderhouden, schoon, met papier en zeep. Zo idyllisch. Maar ook wel een beetje bizar.

Uiteindelijk kwamen we dan uit in Bethell’s Beach. Met de routebeschrijving in de hand reden we ... verkeerd. Hahaha. Maar gelukkig zijn wij niet voor één gat te vangen en na wat zoeken vonden we de juiste, steile weg tegen een berg op en kwamen zo bij onze volgende hut.

De eigenaar bleek een oude hippie te zijn die zijn eigen paradijsje op een berg had gebouwd. Allemaal bij elkaar geraapte ouwe flower powermeuk die om de een of andere vage reden toch goed bij elkaar paste.
Het huisje dat wij toegewezen kregen voor de nacht was niet meer dan een ruime kamer met een keukenblokje en daaraan zat een soort serre. Via die serre kwam je bij een verrassend grote badkamer.
Ook onze hut was ingericht met een bijeengeraapt zooitje spullen, maar alles wat we nodig hadden was er. En het had wel sfeer. Aan de muur allemaal mooie spreuken over het leven en liefde. En een lange quote van Moeder Theresa.

Het allergaafste van deze hut is de locatie. En het bijhorende uitzicht. Vanaf een hoge heuvel, bijna een berg, keken we uit op de oceaan. Dit keer de Tasman Sea. Met een zwart(ig) strand en waanzinnig woeste golven. Via een smal pad door de bush konden we van onze berg af naar het strand lopen. Wat we uiteraard gedaan hebben. Het woei behoorlijk maar de zon brak af en toe door, dus het was wel te doen.
We hebben er lekker gewandeld, naar een grote grot in de rotswand. Daar bleek niet zoveel aan, behalve dat hij erg imposant was. En Theo en Merel hebben nog even geprobeerd hoe het water was, met in het achterhoofd dat ze misschien wel even wilden zwemmen. Dat idee hebben ze na de eerste roller over hun voeten meteen laten varen. Brrrrrr, koud!

Na het eten hebben Merel en Theo even getafeltennist en ik zat erbij te werken op de laptop. Want daar bij die tafeltennistafel was de enige plek waar we bereik hadden en op internet konden komen.
Toen het te donker werd, zijn we terug gegaan naar het hutje. Op dat donker hadden Merel en ik gewacht, want dat was het moment dat we de hottub in zouden gaan. Het is hier zo afgelegen en dus pikkedonker dat het ons de perfecte plek leek om sterren te kijken. En dat bleek te kloppen. Super.

Morgen weer verder, naar een B&B met de bijzondere naam "Berries and Emu's". Leuk, overnachten op een soort emoe-boerderij. Ofzo. We gaan het zien.

Reacties

Reacties

Alette

Leuk dat jullie er zo van genieten, ik geniet een beetje mee door de verhalen :-D
Hoop dat de rest van de reis net zo leuk is :-D

Groetjes :-)

Suus

Ik geniet volop van jullie verhalen.
Veel plezier nog!

Groetjes,
Suus

Wilma

Leuke verhalen! Veel plezier en Suc6 met de gesprekken!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!