degrivelletjes-nz.reismee.nl

Dag 8: Dolfijnen spotten en aansluitend naar Whangarei

Vroeg naar bed gegaan gisteren, dus ook weer vroeg wakker. Dat was prettig, want anders had de wekker ons gewekt en dat zijn natuurlijk geen leuke dingen in de vakantie

Om kwart voor 10 werden we verwacht in de haven van Paihia voor onze dolfijnen-boottocht. De planning was eigenlijk dat we vanmiddag pas zouden gaan, maar gelukkig konden we een vaart eerder. Onze volgende overnachtingsaccomodatie (hierna consequent "de hut") ligt hier meer dan een uur rijden vandaan en waren we vanmiddag pas met de boot mee gegaan, dan zouden we daar pas om 7 uur aangekomen zijn. En vonden we wat aan de late kant.
Even gebeld en het bleek geen probleem om een vaart eerder mee te gaan. Fijn.

Keurig om 10 uur vertrok de boot en zaten we allemaal (mannetje of 20) gespannen naar buiten te koekeloeren of we misschien iets dolfijnerigs zagen. En jawel, vrij vlot, binnen een kwartier, werd een groepje gespot. Door Merel als eerste. Zij helemaal trots.
De boot ging er gauw opaf. "Helaas" zat er een jonkie bij, dus er mocht niet mee gezwommen worden. Merel was wel licht teleurgesteld, maar Theo slaakte een zucht van opluchting. Hahahaha.
Gelukkig konden we het vanaf de boot ook allemaal prima zien.

Het waren een stuk of zeven dolfijnen die in groepjes of in paren bij de boot rondhingen. Eerst zwommen ze mee met de boot. Ernaast, maar ook er onderdoor. Toen de boot praktisch stil lag, bleven ze in de buurt. Het water was superhelder, dus we zagen ze al van verre komen. Maar ze kwamen ook regelmatig boven water en twee of drie keer sprong er eentje zelfs uit het water. En allemaal binnen een paar meter van de boot!
Als je je arm uitstak en je zwaaide, reageerden ze daar ook heel leuk op: dan rolden ze op hun zij. Want net als dat wij naar hen keken, keken zij naar ons.
Na een minuut of 20, of misschien wel een half uur, verdwenen ze weer en lieten ze ons in verrukking achter. Wat was dat ontzettend leuk!

De boottocht ging verder. Het was hartstikke koud aan boord, maar gelukkig hadden we ons dik aangekleed.
De tocht die we deden heette "The Inner Island Cruise" in The Bay of Islands en we voeren langs bijna 150 eilanden. Variërend van een stenen puist die boven het water uitsteekt tot een echt eiland van een paar duizend vierkante meter groot. Sommige met prachtige zandstranden, andere alleen maar rots. Sommige met glooiende grashellingen, andere ruig en onherbergzaam.

Eén van de eilanden is gekocht door een kiwi genaamd Mike. Gewoon een regular guy. Waarschijnlijk wel een rijke, want anders kan je geen eiland kopen, maar dat even terzijde. Dat eiland was gebruikt voor landbouw en op drie bomen na groeide er bijna niets meer. Mike heeft daar verandering in gebracht. Hij heeft het eiland weer in originele cq. natuurlijke staat teruggebracht. Hij heeft heel veel inheemse bomen geplant en die hun gang laten gaan. Ondertussen heeft hij ook een stuk of vijf huizen gebouwd. Eén om zelf in te wonen (mooi!) en vier die hij verhuurt. Daar bekostigt hij alles uit, uit die verhuur.
Toen het eiland na tientallen jaren weer een beetje leek op hoe het ooit was geweest voor de mens daar z’n gang was gegaan, besloot hij ook te proberen de bedreigde kiwi daar een soort safehaven te bieden in de hoop dat ze zich flink zouden voortplanten. Hij heeft daartoe drie kiwi’s in een krat meegenomen naar z’n eiland, de krat open gemaakt en de kiwi’s vrij gelaten. Die renden het bos in en nu, een aantal jaren later, lopen er al dertig rond. Het lukt dus goed met die kiwi's.
Deze man wordt in New Zealand beschouwd als een held. Nou, daar ben ik het helemaal mee eens!

Overigens weet ik niet zeker of het hele verhaal klopt, want bij het vertrekken vertelde een crewmember dat we het vooral moesten vragen als we iets wilden weten. "And if we don't know the answer, we will make one up that souns good." Hahaha, grappenmaker.

Na een lunchpauze van een klein uurtje op een prachtig eiland gingen we weer richting beginpunt en vier uur na vertrek zaten we weer in de auto. Half bevroren, maar wel weer een boel moois gezien. Op weg naar onze volgende hut: "Lupton Lodge" in Whangarei.
En wat voor één weer. In eerste instantie verwachtten er er niet veel van. Het zag er van buiten nogal ongezellig uitzag. De eigenaar nam ons mee naar een gebouw waarvan we dachten dat het de schuur was waar de grasmaaiers en de trekker geparkeerd zouden staan. Maar toen de deur open ging stapten we een zeer ruime kamer in. Hoewel "kamer" de ruimte eigenlijk geen eer aan doet. Het is een woon/zit/slaapkamer met een keuken. En apart nog een badkamer.
Maar dat was het nog niet, nee, er is ook nog een bovenverdieping. Iets kleiner dan beneden, maar ook een halve zaal met een jetser van een badkamer.

De eigenaar woont zelf iets verderop, tegen een heuvel op. In een monument. Erg leuk.
Hij heeft twee dochters en die zijn dol op dieren. Er is dan ook een halve kinderboerderij bij zijn huis. Met lammetjes (die heel aanhankelijk zijn), een kalfje (dat net nieuw was en nog niet naar het hek durfde te komen), een hond en nog wat ander groter gespuis.
Naast ons "huis" is een citrusboomgaard. Met diverse soorten fruit. Daarvan mochten we gewoon plukken, als we wilden. Nou, dat wilden we wel. Nog nooit eerder zo'n verse sinaasappel gegeten. Ook hebben we wat citroenen geplukt om limonade van te maken. Lekker hoor.

Vanavond zijn we uit eten geweest en wat hebben we gesmuld. Echt, in tijden niet zo lekker gegeten. Bij een Thais restaurant, gevestigd in het meest afzichtelijk pandje aan een doorgaande weg in een buitenwijk van Wangharei. Het zag er werkelijk niet uit. Het was dat de eigenaar van de hut het had aangeraden, anders waren we echt niet naar binnen gegaan.

Hier hebben we weer wat geleerd over de New Zealand way of life: een fooi geven in New Zealand doe je eigenlijk niet.
Hoe we daar achter kwamen? Nou, door het wel te doen!
Het eten was zo waanzinnig lekker en we hadden, ondanks dat we niet gereserveerd hadden en de tent stamp- en stampvol zat, toch een tafeltje gekregen. Dus wij vonden een tip niet meer dan normaal.Nou, dat hebben we geweten. Toen de ober zag dat we fooi gaven, riep hij dat luidkeels door het restaurant naar zijn collega's. En die kwamen ons ook allemaal bedanken. De ober zelf ging nog net niet op z'n knieën, zo blij was hij ermee. En het was maar 10 dollar, hè, geen half maandsalaris ofzo. Wij wisten niet waar we kijken moesten.
Hahaha. Weer wat geleerd. Rare jongens, die kiwi's.

Morgen gaan we naar de waterval hier verderop, midden in het dorp. En als het open is ook nog naar een klimbos iets verderop. En dan 's middags naar onze volgende hut in Bethells Beach.

Maar dat is morgen pas. Nu eerst even lekker relaxen en dan weer vroeg onder de wol.

Reacties

Reacties

Marije

Wat zullen jullie een hoop indrukken opdoen. Het lijkt mij prachtig. Mooie verhalen hoor

Vincent

Top verhalen van de andere kant van de wereld!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!